maandag, juli 30, 2007

ALASKA Dag 5: Naar Seward via de Turnagain Arm

Na een heerlijk uitgebreid ontbijt (de kokkin was al een paar uur in de weer geweest om alles klaar te maken...) was het weer inpakken geblazen, en gooiden we alle bagage in de trailer, en kozen we een plaatsje uit in de mini-bus. Marjolein, de gids, wees er ons op dat het roterende plaatsen waren, zodat iedereen ergens anders kon zitten de volgende keer. Wel een leuk systeem, kun je alle voor- en nadelen van bepaalde plaatsen ontdekken. Er stond een transferdag op het programma richting Seward, maar wel met genoeg stops om het niet te saai te maken. Eén van de eerste stopplaatsen was aan Beluga Point, een punt in de inham waar je Beluga-dolfijnen (een witte variant met stomp hoofd) kan waarnemen. Maar ja, blijkbaar gewoon een naam, want naar het schijnt hebben nog niet veel mensen daar zo'n dolfijn gezien, maar kom. En ook wij niet natuurlijk...

Dan maar weer het busje in, in de hoop van toch nog wat leuke dingen tegen te komen. Onderweg stopten we ook voor een koffie- en plaspauze, en ik ging er weer op uit om te fotograferen. Ik had prachtige dode bomen gezien, én een plakkaat die op de gevoelige plaat moesten. De reden waarom deze bomen gestorven zijn, heeft twee redenen. Een eerste is dat er na de zware aardbeving in Alaska (het jaartal ontsnapt me nu even ...) heel veel zeewater terecht gekomen is op gewone grond, en bomen overleven dat niet. Een tweede reden is dat er een bepaalde keversoort de bomen opeet, waardoor ze ook afsterven. Wel een hallucinant zicht, zo witte palen zonder takken, en dat over een toch behoorlijk oppervlakte langs de weg.

Dan reden we richting Portage Glacier (alweer een gletsjer...), de naam Portage komt omdat de gletsjer tussen de Turnagain Arm en de Prince William Sound ligt, en dat men kano's en boten op het droge moest trekken om het andere water te bereiken. Daar brachten we een bezoekje aan het Visitor Center, dat gebouwd is op de plaats waar de eindmorene in 1914 kwam. Ondertussen is de gletsjer al een serieus eind teruggetrokken, en dat heeft in feite niets met de opwarming van de aarde te maken. Gletsjers hebben ook een leven, van aangroeien en inkrimpen, en ondertussen is dus de laatste fase aangebroken. Ondertussen begon ik in het centrum vanalles en nog wat van foldertjes te verzamelen, en kon ik ook mijn eerste vermassakreerde munt aan mijn collectie toevoegen. Wat bedoel ik daar nu mee? Wel, heel simpel en ook iets typisch Amerikaans denk ik, ik kende het nog van toen ik lang geleden op schoolreis naar New York geweest was. Je steekt één dollarcent en twee quarters in een machine, je kiest je tekening en je draait aan het wieletje, en dan komt je dollarcent er terug uit, maar helemaal vervormd tot een ovaal, met een tekening en/of tekst van de plaats waar je bent. Aardig om in het scrapbook te verwerken. En na het bezoekje was het tijd voor onze allereerste picknick. Er werd vanalles uit de trailer geladen en we konden onze broodjes gaan smeren. Heerlijk was het, alleen verschrikkelijk koud door de ijzige wind. En er waren ook beren gesignaleerd eerder die week, dus we moesten op onze hoede zijn.

En daarna was het weer alles in de trailer laden en richting Seward rijden. We kregen van Marjolein nog eerst de instructies om de tenten op te zetten, en toen kregen we onze woonplaats voor 3 weken overhandigd om het zelf te doen. Wim en ik zijn géén experts in tenten opzetten (lang geleden in Venetië is ons tentenavontuur niet goed afgelopen - ingang aan de verkeerde kant in de tent voor 6 personen - geen slaapmat - platte batterij van de wagen door frigobox...) maar het principe van deze tent bleek kinderspel te zijn, en in een mum van tijd stond onze tent er. By the way, op de foto is onze tent de meest rechtse. De koppels hadden in feite een 3 persoonstent, omdat je dan lekker veel ruimte nog had om al je spullen kwijt te kunnen in de voortentjes, maar ook in de eigenlijke tent zelf. En dan met z'n allen genieten van het eten en van het kampvuur. Jeroen en Chris kweten zich aan deze taak, en ze deden het met glans. Na een lange dag nog lekker nagenieten bij een warm vuurtje, wat wil een mens nog meer???

Toen we al in onze tent zaten, bleek een man op de groep af te stappen, en vroeg of we graag zalm hadden. Marjolein, de gids, zat ook al in haar tent, en ze riep heel hard:"Alles aannemen!!!" Die Hollanders toch :-) Hihi, dat is in feite ons motto geworden voor de reis, en groot gelijk had ze, de zalm heeft 's anderendaags massa's gesmaakt, zo vers kun je ze hier niet hebben!

zondag, juli 29, 2007

ALASKA Dag 4: Terug naar Anchorage

Deze dag stond weer eens volledig in het teken van in de auto zitten en genieten van het landschap. Ditmaal konden we wel veel zien van de McCarthey route, die er in feite heel goed bijligt. OK, het is geen asfalt, maar op bepaalde stukken kun je wel goed doorrijden. En uiteraard ook een paar keer gestopt om mooie foto's te nemen, en uiteraard mocht een foto van onze hippe pickup ook niet ontbreken... Langs de weg zie je nog wat restanten van de oude mijngeschiedenis, maar de houten spoorwegbrug was toch wel het indrukwekkendst.


Op het einde van de McCarthey route hielden we even halt bij de rivier om te gaan kijken naar de zalmvissers. Veel vissen is er niet aan, er staan gewone schepmolens in het water waar de vissen inzwemmen, en door de draaibeweging wordt de vis richting wal gebracht, klaar om te fileren. Schitterend om te zien hoe je in een mum van tijd een verse zalmnoot hebt. Had nog nooit een verse zalm van zo dichtbij gezien, en je zou er prompt honger van krijgen.


En dan in het dorpje weer wat bijgetankt, gelukkig hadden we het zonder problemen gehaald, maar veel overschot hadden we toch wel niet. Dan moest Wim weer even terugrijden, zodat ik het bord van de McCarthey route nog kon fotograferen.

Veel stoptijd hadden we niet, maar we waren van plan om aan de fotogenieke plaatsen (stonden meestal ook wel aangeduid met bordjes) te stoppen, of toch aan de meeste. We hadden ook nog een boekje uit de luchthaven mee met leuke bezienswaardigheden, en op die manier kon ik de weg wat gaan voorbereiden. Nabij Glenallen kwam de Alaskan Pipe Line weer boven de grond, en dat was ook iets wat we allebei zeker wilden gezien hebben, toch zeker als je er zo dichtbij bent. In het doorgaan wel op een andere plaats een pijplijn gezien, maar er stond een hek voor, en ditmaal konden we er gewoon bij gaan staan.


Een beetje verderop was de supermarkt waar we ook tijdens de heenreis wat gehaald hadden om te eten, gewoon een snelle warme hap om dan weer verder richting Anchorage te bollen, en weer te genieten van de weidse natuur, met telkens afwisselende landschappen vol bergen, gletjers (o.a. Matanuska-gletsjer), riviervlakten en prachtige Fireweed-bloemen (een onkruid).



Een maal terug in Anchorage was het tijd om de auto terug binnen te brengen, wat gelukkig zonder al te veel problemen verliep, en werden we naar de Earth Bed & Breakfast gebracht, waar we de anderen van de groep zouden ontmoeten. Die waren er nog niet, die zouden pas later 's avonds aankomen, dus raadde de gids aan om in de supermarkt of het centrum wat te gaan eten. De supermarkt hebben we niet gevonden, we waren de verkeerde richting uitgegaan, maar bereikten toch het centrum. Daar was blijkbaar een feest aan de gang van etnische minderheden, allemaal met hun eigen specialiteiten van eten en drinken, en we vonden het een mooie gelegenheid om aan een paar kraampjes wat te eten. En na het verkennen van de omgeving wandelden we terug naar de B&B, in de hoop om al onze reisgenoten te ontmoeten. Het duurde nog een heel eind tegen dat ze er waren, dus zaten we maar buiten te genieten van de Alaskaanse zomer (lang klaar, nog een aangename temperatuur...). En toen ging de bel! De eersten waren daar, en geleidelijk aan druppelde iedereen binnen. En toen we voltallig waren, gingen we met zijn allen naar buiten om kennis te maken met elkaar, en de eerste indrukken waren zeer positief. Je trekt tenslotte zo'n 3 weken met elkaar op, en dan schiet je maar beter goed op samen. En toen was het tijd om te gaan slapen, want het échte deel van de reis zou morgen beginnen!

zaterdag, juli 28, 2007

ALASKA Dag 3: McCarthey & Kinnecot

We overnachtten in het énige hotel van McCarthey, namelijk in het Ma Johnson Hotel. Vroeger was het een bordeel, maar dus nu omgevormd tot slaapplaats. Alles ademde een nostalgische sfeer uit, en het was ook zo dat de kamers geen sloten hadden. Wel een vreemd idee in een hotel, maar ja, ik vermoed dat er geen criminaliteit is in het stadje... Veel moet je je er niet bij voorstellen, er is één grote straat, met het hotel, de saloon, een winkeltje en dat zal het bijna zijn... Het lijkt wel of je je op een filmset bevindt, uit de tijd van de cowboys.

We konden vandaag helaas niet echt uitslapen, want we hadden een sessie ijsklimmen geboekt in Kinnecot. We dachten dat het ontbijt ook inbegrepen was in onze overnachting, maar dat was niet het geval. We werden aan de overkant van de straat verwacht in de saloon, maar veel stelde de menukaart niet voor... Na het ontbijt kwam de bus langs, en reden we naar het echte centrum van het mijngebied. Langs de kant van de weg zag je nog de restanten van de oude spoorweg en heel wat verwrongen staal. Van de bushalte was het een klein stukje wandelen naar het kleine huisje van de gletsjerwandelingen. Eerst en vooral moesten de schoenen gepast worden. Gelukkig had Wim via e-mail al laten weten dat hij grote voeten heeft, en ze waren erop voorzien om grote maten klaar te zetten. We kregen ook de uitleg over hoe we de stijgijzers moesten bevestigen op de schoenen, en daarna mochten de gewone wandelschoenen weer aan. Via de oude site van de mijn wandelden we langs een pad dat naar boven liep, en we kwamen steeds dichter bij de gletsjer. Vlug nog even een plaspauze in het laatste toilet, en dan weer bergaf richting gletsjer. We besloten om eerst langs de zijmorene wat te wandelen, dus op het puin, nog niet op ijs. Hoewel... onder de vele zwarte steentjes zag je hier en daar wel ijs. Na een tijdje was het niet meer mogelijk om op het puin te lopen, dus werd het tijd voor onze "crampants": schoenen met serieuze ijzers eronder, wat het wandelen op het ijs dus moet vergemakkelijken. In het begin is het wel even wennen om ermee te lopen, maar het lukt wel. We kregen zelfs een heuse oefensessie, stukje beneden (kleine stapjes en je crampants goed in de grond stampen) en stukje omhoog (punten van de crampants in het ijs). We hadden ook nog onze wandelstokken mee om ons evenwicht wat beter te bewaren.
En toen vertrokken we, klaar voor het echte werk! Het duurde niet lang voor we in een soort van valleitje aankwamen, waar er een ijsstroompje was, maar wat ons meer interesseerde was de wand van een twintig meter hoog. Onze gids klom er, zonder touwen, met zijn bijlen in één, twee, drie op. Hij prepareerde de touwen, en wij konden gewoon genieten van de omgeving. Mijn maag was al een tijdje aan het protesteren, en ik voelde me echt verschrikkelijk slecht. Ik ging dan maar eerst een beetje liggen, in de hoop dat het over zou gaan. Wim geloofde zoals gewoonlijk niet dat ik misselijk was, en net op het moment dat ik aan de gids vroeg of hij nog een plastic zakje had om over te geven, was het zover... "I'm polluting the glacier..."stamelde ik, maar de gids zei dat het helemaal niet erg was. Maar gelukkig voelde ik me daarna stukken beter. Eerst was het de beurt aan Wim om de wand op te klimmen. Het was wel een vreemde techniek om vooral te vertrouwen op je armen en je bijlen in het ijs, maar stukje bij beetje klom hij omhoog. Uiteraard heb je ook nog je voeten en je crampants, die je in het ijs kan slaan. En ik voelde me goed genoeg om foto's te maken.


En toen hij beneden was, mocht ik het ook proberen. Ik zag het goed zitten, maar het was toch even slikken als je beneden aan die wand staat. Maar er kan in feite niets gebeuren, want je hangt goed vast aan de touwen, dus probeerde ik maar om zo hoog mogelijk te geraken. Tot ik op een gegeven moment mijn voeten op een soort van richel kon zetten, en toen vond ik het genoeg. Dan weer voorzichtig naar beneden, en mocht Wim nog een keer. Omdat ik me dus 1000x beter voelde dan een halfuurtje voordien, klauterde ik over een paar ijsblokken om een beter zicht te hebben op Wim, en dat leverde ook veel mooiere foto's op! Gelukkig deed hij daarna hetzelfde toen het nog een keer mijn beurt was om omhoog te klimmen. Uiteraard weer leuk scrapbookmateriaal.

Dan kregen we de opdracht om langs de wand naar boven te wandelen, tot we aan de plaats kwamen waar we naar boven geklauterd waren. Ondertussen was de gids bezig met mijn kots op te ruimen, 't is te zeggen weg te spoelen met water. We hebben hem dan maar hiervoor een goede fooi gegeven! En toen weer wandelen op de gletsjer. Het was gewoon zalig om onder een stralende hemel op het ijs te lopen. Koud hadden we niet, daar waren we op voorzien door onze dikke thermische wandelbroek aan te doen, en met het wandelen krijg je sowieso warm. Op een bepaald moment stopten we weer, tijd om te lunchen. En ondertussen maakte de gids weer een plaatsje klaar om te klimmen. Alleen was het deze keer eerst naar beneden. Ik had er in feite niet zoveel zin in, hoewel ik het ontzettend tof gevonden had, besloot ik om gewoon te genieten van de omgeving, en gewoon neer te liggen op het ijs. Niet rechtstreeks op het ijs natuurlijk, ik kon het matje van de gids gebruiken. En het was zààààààààààààlig!!! Wim heeft 2 keer de afdaling gemaakt en ook even achterover gehangen om de rivier in de gletsjer te kunnen zien, en ik heb nog even getwijfeld om ik het ook zou doen, maar ik genoot zo van de omgeving dat ik toch maar besloot om te blijven liggen.


Het was ook leuk om te zien hoe de gids de stelling klaarzette en weer afbrak, gaatjes boren met een handboortje in het ijs, bouten insteken, en uiteindelijk de touwen eraan vastmaken. Gelukkig was hij ervaren genoeg, en uiteindelijk kan elk punt heel wat gewicht dragen, dus was er geen enkel gevaar. En toen zijn constructie helemaal opgeruimd was, konden we weer verder. Wandelen op een gletsjer is helemaal niet simpel. Ik had het idee dat een gletsjer gewoon een ijsmassa was, maar er is veel meer. Diepe kloven, onderijse rivieren die af en toe boven komen, zachte sneeuw,... allemaal hindernissen die we moesten overbruggen, en de makkelijkste manier is om er gewoon rond te wandelen. Maar dat duurde echt wel eeen eeuwigheid! Na een tijdje begon het toch wel tegen te steken, maar ja, we moesten verder om toch maar de gletsjer af te geraken. Zowel de voeten van Wim als van mij begonnen te protesteren tegen de schoenen met de crampants, dus we waren ontzettend blij als we eindelijk weer onze wandelschoenen konden aantrekken. Het was de hele dag al ontzettend mooi weer, maar op de gletsjer voelden we daar niet zo heel veel van. Maar eenmaal we de wandeling richting Kinnecot ingezet hadden, begonnen we meer en meer te puffen en meer en meer kleren uit te spelen. Maar ja, alleen die thermische broek kon niet uit... en die was dus wel degelijk het warmste van al! Doorbijten, dat was het enige wat we konden doen.

Geleidelijk aan kwamen de rode gebouwen van de mijn dichterbij, en pauzeerden we nog even om een mooie foto te laten nemen van ons samen. (helemaal bezweet en stikkend van de warmte weliswaar, maar dit ter zijde) Dan eerst terug naar het bureautje om alle materiaal terug te geven, en dan keerden we terug om de mijngebouwen te bekijken. Helaas konden we geen rondleiding meer volgen, en hadden we ook geen eeuwen de tijd, want we moesten onze bus weer halen. Maar we hebben alles gezien wat we wilden zien, we hadden zelfs nog energie over om het pad naar boven te volgen om de bovenkant van The Mill te zien, wat ook weer mooie zichten bood. Het was prachtig om te zien hoe men bijna hals over kop de site verlaten had, en alles lig er nog zoals toen. Stukken rail, puin en zo meer. Een gedeelte van het mijngebouw was ook ingestort, maar dat had ook net zijn charme natuurlijk. Ik heb er héél véél foto's gemaakt, ook omdat we op school dit jaar een fototentoonstelling hebben rond "verval", dus dit was voor mij de ideale locatie! Even een impressie...




Nog net op tijd haalden we onze bus om terug te keren naar McCarthey. We gingen ons eerst een beetje opfrissen, en wandelden nog wat rond in het stadje. We kregen uiteraard honger, maar ja, het is zo'n kleine plaats, en veel is er dus niet te vinden. Bleek dat de lokale frituur dicht was, en de enige andere optie was de saloon. Maar dat lukte ook niet, want je moest gereserveerd hebben. Wisten wij veel... Gelukkig konden we terecht in de "pub" naast de saloon, waar je wel een snack kon krijgen. Dus zat er niets anders op. Wim moest zijn ID tonen omdat hij een biertje wou, en ze hadden nog nooit zoiets gezien, en ze dacht zelfs dat hij van het jaar 1984 was (er stond ergens in het paspoortnummer een 84, vandaar...) Gelukkig maar voor hem dat het geen 90 was, anders was het noppes geweest voor alcohol... En we bleven maar wachten, nog wat bijbesteld om te drinken, maar ons eten kwam niet. We hebben er ruim een uur gewacht, toen we maar even vroegen hoe het met ons eten zat. Bleek het gewoon vergeten doorgegeven te zijn! Nu, de serveuse had een andere uitvlucht hoor, ze zei dat het véél te druk was. Ik had zicht op de keuken, en zag dat het wel druk was, maar hoe verklaar je dan dat mensen die later binnen kwamen, eerder bediend waren? Nu ja, uiteindelijk toch nog ons eten gekregen, en dan gingen we maar weer naar het hotel, en we vielen als een blok in slaap. Na middernacht kwamen we weer wakker, en we staken weer de straat over naar de saloon, want er was een prom-avond, en we wilden graag eens zien wat het was. Tja, veel drinken, niet roken (enkel buiten, want binnen roken met houten huizen is om problemen vragen...), dansen en onnozel doen, dat was het. Na twee drankjes hielden we het voor bekeken, en doken we voor de tweede maal ons bed in...

Paar foto's nog van restanten in McCarthey. Soms lijkt het alsof iedereen halsoverkop is moeten vluchten en alles achtergelaten heeft. En zo ziet het er dus nu uit.
Het wagentje van Wim heeft voor het eerst in waarschijnlijk 100 jaar weer een paar centimeter mogen rijden...